Op de klink van onze deur hangt ‘s ochtends een briefje. Een typhoon ontregelt vandaag Kyoto. Vanaf 13 uur geldt een stormwaarschuwing. Zware wind en regen verwacht. We zijn vandaag in de stad, binnen en buiten. We nemen de paraplu dus mee.
Als we de deur uitstappen, regent het licht. De hele dag blijft de storm uit maar de regen gutst de “s middags ongenadig uit de wolken. Het is tien graden frisser dan normaal. Onze schoenen zijn doorweekt en onze tassen blijken waterdoorlatend. We trekken de hele dag per bus, taxi en lopend door de oostelijke oude wijk van Kyoto. We vermaken ons goed. Het is niet warm en op sommige populaire plekken een stuk rustiger.
In een tempel lezen we het devies om het leven te nemen zoals het is en het als het jouwe te leven. Een groep kinderen trekt joelend over de stoep.
Het trein- en busverkeer is wel beperkt en dat is een opzienbarend feit in het land waarin de treinen altijd op tijd zijn – we hebben nooit enig oponthoud meegemaakt. Zelfs de bus van Takamatsu naar Kyoto, een reis van meer dan 4 uur kwam vrijwel op de minuut aan op het station van Kyoto. Chauffeurs rijden hier dan ook met witte handschoenen en heel even was het gister de glazen koets die voorreed en ons naar het bal in Kyoto bracht.
We bezoeken Sanjusan-Gen-Do, tempel uit de 12e eeuw, het langste (118 m) houten gebouw van Japan. Die ruimte is nodig want in de 13e eeuw zijn daarin 1001 beelden van Kannon geplaatst. Een groot centraal beeld van ruim 3 meter met 11 gezichten en 20 paar armen wordt omringd door 1000 figuren die de helft kleiner zijn. Allen zijn verguld en hebben een individueel gezicht. Het is een leger van Kannons dat roerloos onze aanwezigheid verdraagt.
Het geloof dicht hen toe zich in 33 andere figuren te kunnen transformeren. We kijken dus naar 33000 Kannons. Dat begint de Arena aardig gevuld te raken. Op de voorgrond 30 goden die de Kannons bewaken en terzijde staan. De god van de Donder is erbij en de god van de Wind. Die laatste is vandaag iets actiever dan normaal maar ontziet,heel sympathiek, Kyoto.
Tijdens ons verblijf in de tempel gaat de regen wel los. Ze klopt op het dak en tegen de ramen. Ja, we zijn binnen maar moeten over enige tijd echt naar buiten. Een van de goden hangt met een gieter met grote gaten boven de stad. Hij heeft er plezier in. Op straat is het druk. De paraplu’s dansen op de hoofden.
We zoeken een restaurant of cafe om op te warmen. In veel zaken is het interieur van buiten onzichtbaar. Je weet niet waar je binnenstapt: Europese tafels of Japanse waarin je laag zit op de grond met je benen in een kuil. We staan voor een deur zonder menu waar we een glimp opvangen van gasten en eten. We blijken in een sushi-bar beland, niet veel groter dan 6 bij 4 meter.
De chef staat achter de counter en maakt verse sushi. Het is hoge kwaliteit. Als we de naam vragen en op internet zoeken, blijken ze een Michelin-ster te hebben. We zijn weer warm.
We lopen door de wijk Gion, oude straten met laagbouw van hout. Hun verweerde gezicht spiegelt in de straten. We schaffen twee regenjassen aan.
De tempel Rokuhara-mitsuji zou een van de 88 tempels van onze tocht moeten zijn maar is het niet zegt men stellig. Toch zetten ze met plezier een stempel zoals ik dat vandaag op nog een aantal plekken vraag en krijg. Bij 1 tempel zit een jonge scribent en die wil alleen een voorgedrukt kaartje verkopen. Een stempel en kalligrafie in het boek van 88 tempels wekt op zijn lachspieren. Bij de andere tempels tref ik oudere dame en heren. Die spelen het spel graag mee. Onze belangstelling voor hun tempel leidt meer dan eens tot lichte geestdrift. Zo ontdekken we op aanwijzing van de gastheer in Rokuhara-mitsuji een zaal met 13e eeuwse houten beelden. Naast de krijgslustige goden die voor hun rol van wachter een zo lelijk mogelijk gezicht trekken, zien we een heilige die 6 boeddha’s van zijn tong last rollen. En afbeeldingen van de beeldhouwer Tankei en zijn zoon, meesters van de 13e eeuw. Tankei leidde de vervaardiging van de 1001 Kantons die we eerder zagen. Hij kijkt ons tevreden aan.
Uiteindelijk vinden we ook de tempel Kayomizu-dera waar we al de hele dag op koersen. Het blijkt de derde werelderfgoed-site te zijn. Op een berghelling staan verspreid een keur aan deels oranje bouwwerken. Het terras van een van de gebouwen is op een tientallen meters hoge houten constructie gebouwd. In het dal ligt Kyoto.
We klimmen naar het hoogste punt. Daar liggen de liefdesstenen, op een afstand van 20 meter van elkaar. Loop je met gesloten ogen succesvol van de een naar de ander, dan is de liefde je goed gezind. Vele jongeren proberen het, gecoacht en toegelachen door vrienden. Er wordt gefilmd en teruggekeken.
Religie temt angst en geeft een bedding voor hoop en verlangen. In de schoonheid van deze plek kost het geen enkele moeite daarin mee te gaan.
We eten Koreaans. Vlees, dat we zelf roosteren op een vuur dat verzonken in de tafel brandt. Het dessert eten we een etage hoger. In de dessertkamer. Alles wat we eten in Japan is zeer zeer smakelijk.
De taxi-chauffeur bestudeert uitvoerig het adres van de ryokan. Hij pakt een loupe en mompelt in zichzelf. Hij herhaalt dat enige keren. En rijdt ons feilloos naar onze bestemming.
Typhoons komen veel voor in die regio. De Philipijnen worden ook regelmatig getroffen. Leuk om al die tempels te bezoeken.! Jullie zien heel wat van Japan zo.