Naar Tokyo. In de rij voor de veiligheidscheck op Schiphol. We slingeren tussen stalen buizen heen en weer, als in een pretpark. Wachttijd 30 minuten zegt het bord. Vanaf hier. Een populaire attractie.
Voetje voor voetje sloffen we als in de Kalverstraat op zaterdagmiddag, tot we onze schoenen mogen uitdoen, zakken legen en betast en gefilterd goedgekeurd worden. Ik kijk in de rij over alle hoofden heen. Kinderen en kleine volwassenen. Veel toeristen die terugkeren naar huis. Een laatste keer genieten in our crowded city. Amsterdam. Geliefd en gesmoord.
Dan de vlucht, rimpelloos door de Aziatische nacht. In 11 uur overbruggen we middag, avond, nacht en ochtend. De tijd spant zich als elastiek. En aan het andere eind, daar is Japan.
Tokyo, 7 maanden later, vreemd en bekend. Alsof we er gisteren waren, loop ik naar het Wifi-verhuurpunt. En zoek vergeefs de kortste weg uit het immense Shinjuku-station. We vinden het hotel.
Het hoofd licht van de slaap laten we ons betoveren in het Shinjuku Gyoenpark door de sakura, de bloeiende kersenbomen. Begin april in Tokyo op het hoogtepunt maar hier zijn nog laatbloeiers, oude variëteiten die hun ledematen krommen over de grond en hun roze goud in onze ogen strooien.
Dit is hanami, het feest van het leven, van de lente. Japan viert het uitbundig. In dit park luidde premier Abe het begin april in.
Ik kijk om me heen. Als in Central Park reiken de wolkenkrabbers over de kruinen van de bomen. Mensen picknicken en zonnen.
De volgende dag met de metro naar Yasukuni-jinja, De gedenkplaats voor 2,5 miljoen soldaten die voor Japan de afgelopen 150 jaar zijn gesneuveld. “In tijden van nationale crises”, zegt het woord bij de ingang. Een entree gemarkeerd met een gigantische tori (traditionele tempelpoort in de vorm van een omgekeerde en hoekige U), niet zoals overal van hout maar van geroest staal.
Yasakuri is omstreden omdat oorlogsmisdadigers niet zijn uitgesloten van de eer die hier wordt betoond. Als de premier hier verschijnt is dat een provocatie voor alle voormalige vijanden die geleden hebben onder Japanse wreedheden. Het is een statement als Abe komt. En dus zijn ook de doden politiek.
Op de langgerekte laan lopen salarymen ons in hun pak tegemoet. De voorouders geëerd in de koffiepauze? Oude mannen en modieuze vrouwen schuifelen naar de rand van het heiligste der gebouwen. Er wordt tweemaal in de handen geklapt en gebogen. Als bij een tempel. Stil kijkt men in de diepte van de heilige zalen, die zichtbaar en ontoegankelijk zijn. De familie fotografeert vader op gewijde grond.
Het is verwarrend. Die vriendelijke, door en door beschaafde mensen die overal om ons heen zijn. Doorgaans ingetogen, wellevend en toeschietelijk. En de wreedheid van de bezetters die in naam van de Japanse natie nietsontziend hun slachtoffers maakten. De zelfmoordenaar lijkt hier bovendien uitgevonden. In het museum nabij is een menselijke torpedo te aanschouwen. We slaan het over.
Is het dat elke kwaliteit een zwarte kant heeft? Weldadige orde en talent voor structuur die zich “in nationale crisis” kan ontpoppen tot volgzaamheid en ultieme gehoorzaamheid? Dat is geen nieuws natuurlijk. En toch is die wetenschap onaangenaam.
Ik maak naast het hoofdgebouw een praatje met een gezette man. Hij beveelt met een zwaai van zijn arm zijn gekleurde plantjes aan. Waar we vandaan komen? Oranda? Ah, flowers!
Wat is onschuld toch kostbaar. Als het zich toont in een klein gebaar.
Na het museum van moderne kunst zoeken en vinden we in Roppongi het complex Tokyo Midtown. Stel je voor: drie wolkenkrabbers aan de Ceintuurbaan waar een stad in de stad huist. De PC Hooft en Ferdinand Bol hand in hand met de Zuidas. Je hoeft niet meer op straat te komen.
In het park erachter heeft Tazao Ando een klein paviljoen gebouwd.
Ando, hij schept ruimte met beton, diepte en licht. We zagen het op Naoshima, Takamatsu en Neuss. Strakke gebouwen waarin je wilt bewegen, nieuwsgierig elke hoek benadert en afdaalt naar de volgende verdieping.
Beton glad als fluweel en naden recht als loodlint. Winnaar van de Pritzer Architectuur Prijs, de Nobelprijs voor architectuur.
En nu in Tokyo, als we de deur van dit gebouw willen openen, stapt Ando naar buiten. Hoe is het mogelijk. Onmiskenbaar Ando met zijn karakteristieke kapsel. Alsof je Lionel Messi in Barcelona tegenkomt. Hij draalt even, draait zich om voor een foto, glimlacht en dribbelt weg.