Kom dichter bij mij
je moet durven
om schoonheid te zien
Kom dichter bij mij
je moet durven
om schoonheid te zien
Zoveel Schoonheid: de
handen voor de
ogen geslagen
‘Dag schat!’ De vrouw werpt een blik naar links, waar de kapper haar net over de drempel naar de straat heeft geholpen. Ze steunt op haar rollator en schrijdt met gouden kapsel en rood gestifte lippen in mijn richting.
De eerste bloemen piepen uit de plantjes, de rozen strekken hun nieuwe loten in alle richtingen uit.
‘Mooi hoor,’ zegt ze terwijl ze het groen één voor één monstert.
Ik knik dankbaar. ‘Een beetje water en veel liefde.’
Terwijl ze wegschuifelt kijkt ze me over haar schouder aan. ‘Mag ik dat ook?’
Donkere aarde
ondergaat de
hemelse bergen
Kunst, in een moment
voordat schaduw
oplost in het licht
Berustend, mislukt.
Bijna ontsnapt,
het scheelde niet veel
Paal boven water –
laat dat spreekwoord
even bezinken
Als de dag wijs is,
het licht broos wordt,
op de schemer wacht
Opgedoft
De kleur van winter,
de spreeuwen gaan
Schalks, zwak, straalt de zon
Sloterplas