Ondertussen in Kyoto, 19 september 2016

Kyoto, de oude hoofdstad. In 1859 door Edo (Tokio) van haar kroon en mantel beroofd. De stad is modern en vergeven van historie. Als je naar de kaart kijkt, zijn de tempels sproeten op een gezicht. Dat wordt kiezen.
De hoofdstraten zijn breed en worden geflankeerd door hoge gebouwen. Er komen smalle zijstraten op uit waar de oude, kleine huizen zich staande hebben gehouden. De stadsplanner draagt twee zielen in de borst.
Op een koperen bord in een glimmend voorportaal van een kantoorgebouw staat ‘Pressurance Corporation’. Het klinkt als een klassieke misdaadfilm.

Na aankomst per bus vanuit Takamatsu installeren we ons in de ryokan waar we drie nachten slapen en reizen af naar de noordkant van de stad. Doel is Kinkaku, de gouden tempel, en zij verdient haar naam letterlijk. Het edelmetaal spiegelt in de vijver. Het brede water maakt het ongenaakbare heiligdom onbereikbaar. Dit wil iedere bezoeker aanraken, strelen, voelen.
We belanden in een groep van honderd Chinezen. Bewakers geleiden de massa toeristen maar het mag niet baten. Ieder dringt voor het beste plekje. Het is immers alles goud dat blinkt. Het beeld van de rij buiten de deur van Prada in Hong Kong zie ik plots weer voor me.
image
Hoe maak je een foto die geen vreemde armen, hoofden of iPhones op stok meeneemt? Als ik eindelijk vrij zicht heb, stapt een vrouw pontificaal in het beeld. Geen Japanner. Die zijn zeer alert op hun omgeving. Botheid is een zonde. Een brutale toerist dus. Ik trek de vrouw aan haar arm weg, ik sta er zelf van te kijken. Ze lacht, het was het proberen waard.

Kinkaku is werelderfgoed. De tuin en tempel zijn eeuwenoud. In de 15e eeuw werd de villa van een overleden staatsman tot de tempel gemaakt. Alles is tot in de perfectie gecultiveerd, bijgeknipt, gearrangeerd.

15 minuten daar vandaag ligt de tempel Ryoanj, ook werelderfgoed. De grootste schat daar is de rotstuin. Ze bestaat uit wit grint waarin 15 rotsen zachtjes rusten, als scheepjes op een kalme zee. Een Zen-priester heeft het in 1500 aangelegd. Het is de ultieme abstractie van natuur. Je kunt er naar kijken maar het niet betreden. Het grint is minutieus aangeharkt. Rond de rotsen zijn precieze, heldere cirkels getrokken. Mensen zitten aan de rand van de tuin in stilte te mediteren. We realiseren ons dat dit al ruim 500 jaar ongewijzigd bestaat. Wat wij zien, hebben 20 generaties gezien.
image
De tempel ligt in een groot park. De vijvers zijn in de 12e eeuw gegraven. Naast de rotstuin zijn de mostuin (Japanners hebben een grote liefde voor mos) en de landschapstuin zinnenprikkelend. Ook hier zorgvuldige composities van kleuren, schaduw en lucht door keuze en placering van bomen, mos en struiken. Vele soorten zie ik voor het eerst. Hier is geen goud, het is een stuk rustiger.
image
We eten ergens aan de weg. Overal is het eten top, ook hier weer.
We stappen een paar haltes voor onze ryokan uit de bus en lopen door de grote winkelstraat. Iets voor achten is het druk. Deze stad leeft.

De mode in Kyoto is die van de grote stad. In de H&M jongeren met gekleurd haar, expressieve kleding. Vrouwen dragen een baret, hoeden zijn populair.
Steden zijn voor paradijsvogels en iedereen die daar af en toe naar verlangt.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *