Dinsdag 21 november. Een ochtendschilderij in ryokan Goshima in Usuki, in het noorden van Kyushu.
Een tomaat, ontdaan van huid. Versierd met sesam. Een kwetsbaar juweel. Op de achtergrond fado-muziek.
De dag begint koud. De ryokan is kraakhelder. De airco is kachel en blaast mistral in mijn kamer. Ik heb diep geslapen op de fijnste futon tot nu, met 3 kussens, en vering als een boot op rustig water.
Ik slof in kimono naar de badruimte. Alles ademt hier rust. Niet in het minst de eigenaar, die luistert, knikt en een halve tel wacht met antwoorden. Hij is op zijn plek.
De ryokan is klassiek met een grote leefruimte waar op de tatami-mat alleen leegte staat. Fijne details: zachte lampjes, de extra kussens, uitleg over het kleine Usuki.
Na het rijke Japanse ontbijt serveert hij koffie. Zeer ongewoon. En fijn.
Als je door en door de traditie koestert, kun je onbezwaard het andere er aan toevoegen.
De gastheer reed me de middag na aankomst (een van de treinlijnen naar Usuki bleek gelukkig intact) naar de stenen buddha’s, 10 km buiten de stad. Hoe aardig is dat?
Vanwege de buddha’s ben ik in Usuki.
Ze zijn gehouwen in de rotsen, waarschijnlijk tussen de 8e en 12e eeuw. Ze staan onverzettelijk in de eeuwigheid, verweerd door water en mos en onaangetast door de tijd.
Wat een aanwezigheid. Ik haal diep, diep adem.
In dezelfde trein keer ik de volgende ochtend om half 8 terug richting Oita.
De meeste reizigers van Usuki naar Oita slapen. Netjes op een rij.
En als de ogen open gaan, wordt ook de smartphone wakker.
In Usuki stap ik over naar Kokura om naar Kobe te reizen. Daar en in Osaka zet ik mijn odyssee naar de werken van Tadao Ando voort.
Woensdagavond, Osaka. In een steeg vind ik een restaurant.
Is er plek? Via een oortje wordt er met boven overlegd. Ja, er is een stoel aan de bar.
Achter me 4 tafels waar een gezelschap eet. Een personeelsfeest? Ik maak het slot mee. Een man in pak krijgt driftig applaus van dertig mensen.
Handen raken elkaar hoog frequent.
Daarna staan allen synchroon op. Honderden keren wordt er gebogen naar de gastheer.
Is hij de baas of de jarige?
Hij glimt en buigt onophoudelijk 60 graden. Het is avondgymnastiek. Hij kan het hebben, geeft geen krimp, topfit.
Zijn gasten bewegen alleen hun hoofd naar voren. Een oudere vrouw vouwt echter haar hoofd en bovenlichaam gracieus volledig horizontaal. De oudere generatie buigt dieper, weet ik. Hiërarchie slijt ook in Japan. Regels en gewoonten veranderen met de geest van de tijd. Moderniseren mag, als ze dit warme ritueel maar in enige vorm bewaren.
De anderen maken het goed door 4-8 keer te knikken. Arrigato (dank u) zoemt door de ruimte. De dank is groot. En krijg ik de indruk, het is belangrijk om deze te ontvangen.
Ik zie in een klein tafereel een van de essenties van samen zijn: geven en ontvangen. Als het in balans is, wordt het geluk.
Alleen aan de bar gezeten, krijg ik dit beeld in mijn schoot geworpen. Dat is mijn mazzel
Japan. Ik ben hier thuis. Zwerf graag door de ontelbare korte films van de stad.
Open je ogen en ze zijn er.
Om 22.35 sta ik onder een viaduct in Nankai, Osaka.
City gebruikt hier dezelfde letters als op het Leidseplein.
Boven mijn hoofd roffelen de wielen van een trein.
Vijf mensen nemen aan de overkant luidruchtig afscheid.
Een man en een vrouw lopen naast elkaar, in een gesprek waarin de bal met veel gevoel wordt overgegooid. Instemming, gehum, intonatie. Collega’s op een onuitgesproken date?
Een kwartier later kom ik ze weer tegen. Ontspannen gezichten, het verhaal is nog niet af.
Overal waar ik kijk, zijn mensen.
Zijn Japanners anders dan ik?
De codes verschillen, niet de mensen.
Alles wat ik deze week zie, herken ik.
Verlegenheid, bravoure, vriendschap.
Reserve, haast, verlangen.
Het metier van mensen.
https://www.tenhulsen.nl/wp-content/uploads/47F52430-CD98-40F1-B93F-6FEEACAB4D7D-666×1024.jpeg
(h)Aiku op een door Eric ‘gevangen’ monnik:
‘Slapende Monnik’ –
‘Inzoomend op de teksten’
‘Hij kon niet anders’
De buddha’s zijn net zo mooi als de stadsfoto’s. Maar diep, diep inademen raakt iets anders!
Heerlijk om mee te reizen. Dank!!
Ja, wat een mooie gedachte, helder verwoord!
Er zit weer een zin tussen die parelt van schoonheid
Als je door en door de traditie koestert, kun je onbezwaard het andere er aan toevoegen.
Ik ga hem plagiëren
Groet
Willem