Tadao Ando, Japans architect die ons hart op vorige reizen heeft veroverd , loopt als een rode draad door deze reis.
In Tokyo, Kagoshima, Kobe, Awaji en Osaka zie ik een tentoonstelling en elf gebouwde creaties van Ando.
De eerste volle dag in Japan is een feest. In het Nationale Kunstmuseum in Tokyo bezoek ik de overzichtstentoonstelling van zijn werk. Wat een geluk dat ik juist nu hier ben.
Van even na 10 uur tot 15.30 loop ik door 89 woonhuizen, musea, tempels, kerken, kantoren en combinaties daarvan. Per project zijn er foto’s, schetsen, houten modellen op schaal, een film mer dia’s en bij enkele een gesproken toelichting van Ando zelf. En op groot scherm lange films over de 7 projecten op Naoshima, over de Punta della Dogana in Venetië (waar we vorige week waren) en over de Buddha op de heuvel bij Sapporo.
De Buddha – tot de neus omringd door een veld van lavendel en te benaderen via een tunnel die je naar het licht en het beeld brengt – staat hoog op mijn lijst. Zo ook de watertempel op Awaji, die ik deze reis vanuit Kobe bezoek.
Klap op de vuurpijl is op de binnenplaats een 1 op 1 replica – op ware grootte – van de Kerk van het Licht uit Osaka.
Hier is niet even wat elkaar geraapt. Deze expositie is een monument.
De Kerk van het Licht is een van zijn bekendste gebouwen. De kerk in Osaka heeft een strikt schema voor bezoek. Ongetwijfeld omdat ze overspoeld worden met Ando-fans. Dat is de tragiek van huizen in een gebouw van een grootmeester die aandacht vanuit de hele wereld trekt.
Bezoekers – naast mijzelf slechts een enkele buitenlander – schuifelen voetje voor voetje langs de objecten. Het is dringen. Dit moet gezien worden. Alles. Ook door mij.
Ando ontwerpt en bouwt nu 50 jaar, heeft zijn stempel gedrukt op plaatsen over de wereld en laten zien waar architectuur toe in staat is. Hij zegt daar zelf over: “de essentie van architectuur is het creëren van relaties. Tussen het kunstmatige en natuurlijke, het individuele en sociale, het heden en verleden en zaken die tot de samenleving van mensen behoren. Daarom is het planten van bomen en terugwinnen van natuur in de stad ook architectuur voor mij”.
Schoonheid vind je in paradoxen. In de tegenstellingen die alleen ogenschijnlijk bestaan, en onverenigbaar lijken. Creëren herschept, keert om en maakt ruimte waar grenzen leken te sluiten. Jannie leerde me: hoe je je grenzen benoemt, maakt of je je mogelijkheden vergroot of verkleint.
Je kunt ruimte maken. Dat is wat Ando doet. Steeds weer.
Met het tekenen van een lijn schept hij licht, ruimte en zicht. En dat met beton, glas en hout. Het materiaal gaat met natuurlijk licht en omringende natuur samen tot zuurstof, warmte en heldere schoonheid.
Dat trekt opdrachtgevers. Als je hem vraagt je huis te ontwerpen, waarschuwt hij: het is een opgave in mijn huizen te wonen. Hij maakt open verbindingen met lucht en licht. Dat is koud in de winter. Als een cliënt vraagt hoe daarmee om te gaan, is het advies: “trek een trui aan!”
“En als het nog kouder wordt?”
“Nog een!”
De bewoners van het fameuze Row-house in Osaka wonen er niettemin al 40 jaar. Ook de getuigschriften van cliënten zijn aanwezig. Je proeft nog steeds de opwinding te wonen in een ontwerp van Ando.
Ik zoek later die dag in Tokyo naar een tweede kerk van Ando. De coördinaten leiden naar een Ando-huis. Ik loop 10 rondjes en geef het tenslotte op. Geen kerk. Het huis oogt gesloten. Zijn er Ando-kopiesten?
In Kagoshima, 1350 km zuidelijker, kom ik zijn werk weer op het spoor bij het Inamori Auditorium., onderdeel van de universiteit.
Het heeft een glazen pui die grenst aan een kruispunt, waar je een voetbalwedstrijd op kunt spelen. Het asfalt en de troosteloze omgeving dagen het gebouw uit. Het heeft zich verscholen achter bosschages en bomen. Meer
natuur om mee samen te leven is er niet.
Uit de ingang aan de zijde van de campus steekt een reusachtig ei naar buiten. Het is zaterdag en het gebouw is alleen. Door de ramen zie ik de grote bol, van gepolijst beton, vintage Ando met de kenmerkende dopafdrukken in het beton.
Dit gebouw kan niet stralen, opgevouwen in een hoek van de campus, maar het doet zijn best.
Ik leg mijn vlakke hand op het beton. Het is glad als fluweel. Het voelt goed.
Later die week vind ik werk van Ando in Kobe. In het Hyogo Prefecture Art Museum klinkt in het cafe dezelfde dromerige muziek als ‘s ochtends in Usuki om 7 uur bij het ontbijt. Alles is verbonden.
Dit museum is niet de meest spannende Ando-creatie. De massa van het grote complex heeft hij verdeeld in drie torens, met een huid van ruw natuursteen. Daardoor oogt het gebouw opgemaakt, een oudere dame uit Zuid die in de poederdoos is gevallen. Schoonheid kun je tonen of bedekken.
De ingang ligt aan de rivier waar de zon als ik om 16.15 het museum bereik, neerstrijkt op Kobe. De kleine, ronde theatervorm bij de kade lijkt een hartekreet naar de voornaamheid achter haar.
De ruimtes binnen maken veel goed. Gestapelde cirkels, strakke lijnen en ruimte voor licht.
Een museum staat met adres en toegang op pagina 1 van Google. Dat geldt om begrijpelijke redenen niet voor woonhuizen. Alhoewel de discretie van internet me toch verrast. Doorgaans wordt informatie snel gevonden.
Uren heb ik gezocht naar de precieze locatie van de 4×4-huizen. Uiteindelijk vind ik de coördinaten diep in de kelders van Google.
Aan het strand in Kobe heeft Ando in 2003 op een perceel van 4 bij 4 een etagewoning gecreëerd. later gevolgd door een tweede er direct naast.
In gelid bewaakten ze samen de kust, de bovenste etages uitgekraagd alsof ze hun hoofd naar elkaar toe buigen. Zo is het te zien op de foto.
Een kleine deur aan de straat, grote ramen aan de waterzijde, kijkend op de brug naar het schiereiland Awaji.
Ze behoren tot zijn beroemdste creaties.
De coördinaten leiden naar het kleine station Asagiri binnen de metropool Osaka, te bereiken met een locale trein. Ik kijk vanaf een hoog punt bij Asagiri de kustlijn af, maar het karakteristieke profiel van de huizen ontwaar ik niet. Ik keer terug naar de stationschef die op zijn iPad zoekt. Hij geeft me een printje dat overeenkomt met mijn eerdere vondst. Lopen en hopen dus.
En dan opeens … sta ik er. Het 4×4-huis, jawel, 1 exemplaar.
Het tweede huis is opgelost in een laag bouwwerk dat een kantoorfunctie heeft. Als ik beter kijk, zie ik de handtekening van Ando in de betonnen plint. Hij heeft het huis zelf vervangen? Waarom? Zo’n majestueus tweeling-beeld wil je niet omgedaan maken.
Het 4×4-huis dat mocht blijven, mag er zijn. Sip is het niet. Het glanst en heeft een terras op het strand gekregen. Daarin staat een bad.
Een openbare toegang naar het strand ontbreekt langs de kustlijn. Via een naburig hostel lukt het in het zand te komen en de open zijde van beide gebouwen te zien. De zon blaast op een trompet. Het licht spat uit de donkere hemel.
Aan de overzijde Awaji. Door een brug verbonden met Honshu. Daar ligt de watertempel Honpukuji. De toegang is alleen rap ontsloten als je de Japanse taal machtig bent. Maar ook hier loont het puzzelen. De bus vanuit Sannomiya, een paar minuten van mijn hotel, zet me op 20 minuten lopen af. Onderweg met de bus zie ik het 4×4-huis liggen vanaf de brug. Een oude bekende inmiddels, ik voel een band.
Wandelen naar de watertempel Honpukuji. Een paar zijwegen die meanderen langs rijstvelden, bebouwing, oude machines. Alsof we weer op het platteland van Shikoku lopen op de 88-tempelroute.
De beste herinneringen bewaar je in geuren, geluiden en beelden samen. Met elke stap ruik, zie en hoor ik Shikoku weer.
De watertempel. Ze is toegevoegd aan bestaande klassieke tempel-bebouwing. Als eerste doemt een 2,5 meter hoge gekromde muur op. Die beschut een ronde vijver die in het maaiveld ligt. Onder water slapen uitgebloeide waterlelies. De cirkel is doorsneden door een trap. Daarachter het decor van een dorp en begroeide bergen met beginnende herfstkleuren.
Ik daal af en kom ondergronds in de heilige ruimte, binnen een rode cirkel. Daaromheen een corridor. Eenvoudig en krachtig.
Drie Chinese toeristen met rolkoffer houden me gezelschap. Ik kom ze later weer tegen op Yumebutai. We doen de Ando-route. We maken foto’s. Zij ook veel van elkaar.
Ik schrijf dit op Awaji in de stilte van de Tuin van Honderd Stappen, door Ando gemaakt als gebedsplek voor de slachtoffers van de grote Hanshin Awaji aardbeving. In terrassen op de berghelling zijn 100 perken gemaakt. Je vindt er nu bloemen, groente en lokale gewassen van Awaji.
Vogels kwetteren zacht, ver weg het geruis van verkeer.
Ik kijk uit op de zee. Witte strepen trekken wolken uit elkaar. Dit is het werkelijke museum van de vrede.
Beneden aan de helling een reeks aaneengeschakelde gebouwen naast het Westin Hotel, ovalen, een schelpentuin, observatiepunten. Restaurants, winkels en een conferentiecentrum zijn er in gehuisvest. Allemaal creaties van Ando. Het duizelt van de doorkijkjes, steeds weer lonkt ergens in een kromming het licht.
In een zelfde kromming is de gevel van het Shiba Ryotara Memorial Museum gebouwd.
Het gedenkt de schrijver van historische romans Ryotara.
Zijn oude woonhuis staat naast de nieuwbouw van Ando, in een woonwijkje in een voorstad van Osaka.
Het museum is klein, gelukkig, want het hart is de boekenkast van 31 lagen, naar schatting 10 meter hoog en 20 meter breed. Gevuld met 20.000 boeken uit het bezit van Ryotera. Licht stroomt binnen door een hoog glas-in-lood venster, bestaande uit vakken wit glas in 10 dessins.
Het nodigt uit om te zitten, en zelf te schrijven. Letterlijk, want stoelen, een fijne tafel en grote schriften staan voor bezoekers klaar om de ruimte te ervaren en hun beleving te delen. Ze tekenen deze universele ervaring op en laten zien dat ze overal vandaan komen: Japan natuurlijk, Australië, Singapore, Argentinië, Italië, Frankrijk en nu ook Nederland. In een hoek hangt een ingelijste kaart van Amsterdam. Omcirkeld zijn het Okura, CS, Scheepvaartmuseum en Kattenburgerstraat, Rijks, van Gogh en het Amsterdams Historisch Museum. In de kantlijn twee kleinere kaarten van Rotterdam en geheel Nederland. Ook daar staan cirkels ingetekend. Ryotara heeft Amsterdam bezocht, en ik kijk in Osaka perplex naar een kaart met op ooghoogte mijn straat.
Voorwaar, het is een spirituele plek.
Ando komt uit Osaka, en werkt er nog steeds. Zijn atelier is van eigen hand, al twee keer vergroot, vanuit een oorspronkelijk woonhuis dat hij al snel na voltooiing van de opdrachtgever heeft overgenomen.
Het trappenhuis is prachtig en staat in Tokyo prominent geëtaleerd.
Ando verklaart op de tentoonstelling in Tokyo zijn liefde voor zijn stad.
Toch bekruipt me het gevoel dat die niet geheel is beantwoord. Grote ontwerpen om delen van Osaka leefbaarder te maken, zijn niet gerealiseerd. Op de expositie wordt de betekenis ervan prominent gebracht. Alsof het nog 1 keer uitgelegd moet worden. En goed gemaakt.
Toch is hij in Osaka ook op grote locaties te vinden.
Aan de haven in de baai van Osaka ligt het grote Osaka Culturanium at Tempozan, waar evenementen en tijdelijke tentoonstellingen plaats vinden. Vandaag is dat een expositie over Manga, Japanse strips.
Omdat ik het gebouw wil zien, laat ik me meenemen met een Japanse stripfiguur a la 007 incl de AK-47 en ander wapentuig die als attributen zijn uitgestald. Door twee kijkgaten zijn erotische scenes te zien. De kunst van het camoufleren. Het gegiechel trekt vanzelf aandacht er naar. Geweld wordt niet geschuwd. Stiekem en fout, een dodelijke combinatie.
De zon gaat onder in de baai. De lucht kleurt langzaam diep rood. Ando heeft hier op de eerste rij alle stoelen kunnen reserveren. Het uitzicht is spectaculair.
Mijn laatste dag in Japan, in november 2017.
In het winkelhart van Osaka staat Gallerie Akka, een gebouw van 4 etages op een smal perceel. Een verzamelgebouw met een bar, restaurant en winkels. Het ziet er donker en in zichzelf gekeerd uit. De trap ligt diep in het gebouw verscholen. Een vide vormt de helft van het oppervlak zonder dat ruimte en licht ontstaan. Het beton oogt moe, als een plant die lang in de schaduw heeft gestaan. Wat is hier loos?
Ik verkas vandaag voor 1 nacht naar een hotel dat op loopafstand van mijn trein naar de luchthaven is. Vlakbij het Nankai Namba station en de dichtstbijzijnde toegang voor het perron van de AirPort Expres.
Het Nambastation is een immens doolhof.
Breid het CS uit tot de Dam en we benaderen Namba.
Het is een netwerk – heel modern – van stations van verschillende treinmaatschappijen en 3 metrolijnen.
De perrons zijn onnavolgbaar over Namba gestrooid en worden met looproutes en borden beheerst. Mis er geen, want dan zit je opeens op het Oosterdok in plaats van de Nieuwendijk.
Honderden, honderden winkels flankeren de tunnels.
Duizenden reizigers lopen op elk uur van de dag deze meters onder hun voeten weg, op weg naar werk en huis.
Nee, ik zie geen dikke mensen.
Via metrolijn Midosuji, de treinlijn Kintetsu Nagano en de Kongobus naar Hannan Neopolis reis ik naar het Chikatsu-Asuka Historical museum. Ruim 24 km van Osaka Namba. Internet stippelt dit nu in een paar tellen voor me uit. De rij voor de VVV is in digitale rook opgegaan.
In park en bos vind ik het museum. Het onderzoekt de oorsprong van de Japanse cultuur en het oude keizerrijk. De bron van het huidige Japan stamt uit Korea en China. Immigratie in de 6e eeuw heeft geleid tot de introductie van karakters en de eerste geschreven taal, tot overdracht van technieken van (wapen)fabricage, en een verandering in leven en gebruiken. Van kleding en paardrijden tot rangen en begrafenisrituelen.
In de omgeving liggen meer dan 200 grafheuvels uit de 3e – 6e eeuw. Japanse hunebedden. Daarna komen deze grafrituelen niet meer voor.
Japan neemt een nieuwe gedaante aan.
De autochtone Japanner zal toen geen snelwegen hebben stilgelegd om te voorkomen dat nieuwe opvattingen zich konden verplaatsen.
(Sowieso ijdele hoop want kennis laat zich niets in de weg leggen).
Maar een vredige tijd was het niet, getuige de wapens en harnassen die zijn teruggevonden.
Ando heeft zich laten inspireren door de kofun, de oude grafheuvels. Hij wil ons in zijn ontwerp het binnentreden van een kofun laten ervaren. Ando: “een bezoek aan dit gebouw is een reis naar de onderwereld van de oude tijd.”.
De grafgiften zijn een deel van het reisverhaal: spiegels, potten, afbeeldingen van dieren en mensen. Uit 200- 500 nC, gemaakt door de Ando’s van die tijd.
En zo vang je een inktvis!
In het museum loopt de expositie in een cirkel naar beneden.
In het midden van de zaal kijk je omhoog naar de metershoge rechthoek die buiten in de trappen ontspruit, waar een aflopend dak is ontstaan. Daar worden voorstellingen gegeven en kunnen mensen verpozen.
De immense trappen lopen van de lucht naar het water. Aan de oever van het meer staan 4 mannen met grote telelenzen.
Er wordt druk overlegd. Ze zijn een bijzondere vogel op het spoor, met een rode vlek, legt een van hen me uit. Een opnameapparaat laat vogelgeluid horen. Geen idee hoe ze dat opvangen. Of is het een lokroep?
Diep in het park tref ik een kleine, ronde schuilhut met een kolom als een schoorsteen. Onmiskenbaar Ando. Het vormt een as met het grote museum en is er in vorm een echo van. Schoonheid raakt het meest in eenvoud. Het is beeldschoon.
In de bus terug spreekt een Duitse man me aan. En is verrast dat ik als Nederlander Duits spreek. Hij is met zijn Japanse vrouw ingestapt. Na 40 jaar Duitsland wilde zij terug. Er zat niets anders op, lijkt hij te zeggen. Daar ben ik dan weer verbaasd over.
De man begint te praten en houdt niet meer op. Ik krijg college over de strijdende godsdienstfacties bij de komst van het boeddhisme naar Japan. Hoe zijn we op dit onderwerp gekomen? Aan een half woord heeft hij genoeg om zijn kennis te laten stromen. Ook Ando heeft geen geheimen voor hem. Het is geestdrift en dat is mooi.
Zijn vrouw zit er zwijgend naast. Ze kent hem al 40 jaar weet ik. Als we een paar woorden wisselen, spreekt ze vloeiend Duits tegen me.
Ik laat alle indrukken bezinken en schrijf ze op. Ik heb deze reis 11 Ando-creaties gezien. Creaties, want ze zijn bedacht, ontworpen, geschapen. Ze verrassen, ontroeren, ze zijn.
Ik neem ze mee naar huis.
Ik heb met je mee genoten. Bedankt!
Dank je wel voor het meenemen op een prachtige reis. Tadao Ando als gids, terwijl zijn toehoorder ook vaak langs hem keek naar het andere Japan. Een heerlijke (reis) ervaring. Grote dank!
Hoe waar, dat eenvoud het kenmerk van het ware is. Het was mooi, Eric. Wel thuis. Intussen groeten uit Parijs.