Ondertussen in Amsterdam, 18 september 2020

Troost

We zijn in het café in gesprek als de man mijn vriend aanspreekt:
‘Hé man, ga je vreemd?’
‘Ja, zo is het, ik ken hem langer dan jou, weet je.’
Hij kijkt naar mij en stelt me voor. De ander schuift op het uiteinde van het bankje, blaast rook uit een glazen pijpje en wijst:
‘Weet je wat zo fijn is? Je stinkt niet uit je bek van dit spul. Als ik vroeger thuis kwam bij mijn liefde, mijn eerste vrouw, en mijn tweede” – hij lacht – “en mijn derde, dan moest ik eerst douchen en verkleden voor ik me kon vertonen. Dat is niet meer.’
Bedoelt hij het omkleden of de liefde?
‘Ik ben ooit wel gestopt hoor. Maar na een paar jaar toch weer begonnen.’
Hij is even stil als de herinnering zich opdringt.
‘Ik zit op het Griekse eiland op het terras als ik mijn vrouw langs zie lopen. Hé, ze zou toch bij de kleine jongen zijn? Ze loopt naar de brievenbus en post een envelop. Toen begreep ik, ze heeft na anderhalf jaar nog steeds contact met die goser. Ik ben opgestaan, rechtstreeks naar de tabakszaak gelopen en weer begonnen.’
Roken troost. Heel even.

2 gedachten over “Ondertussen in Amsterdam, 18 september 2020”

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *