Ondertussen in Japan november 2017 (I)

Naar Japan. Dinsdagmiddag, de Boeing is een uur in de lucht. Ik kijk een film: Maudie.
Maudie is kreupel, verlaten, onverzettelijk.
Ze ontdooit het bange hart van een boze man.
Hij smijt met woorden, en steekt met stilte. En brult zijn waarheid over haar heen.
Zij staat in de wind, en tekent tulpen en kippen op de muur. Ze wordt Maud Lewis, autodidact kunstenaar, en nationale beroemdheid in Canada.

Dat is een goed begin. Beelden zijn voedsel voor de ziel. Alleen op reis. Hoe lang is dat geleden? 1987, naar Rome, een paar dagen solo in afwachting van P & B. Met een acteur van het Werktheater uit Amsterdam geluncht op het Campo Fiori. We groeten elkaar sindsdien op straat in Amsterdam.
1982, Tilos. Bivak op het strand, een paar meter van de zee, onder een dak van olijfbomen en snerpende krekels. Twee andere reizigers een paar meter verder, een restaurantje, niets.

2017. Mijn moeder noemt mijn reis een pelgrimstocht. Dat is het misschien ook wel.
In elk geval bijzonder om alleen te reizen. Achteraf krijgt het betekenis. Als je ervaart wat je doet, weet je wat je denkt, zei Weick al in de jaren 80. Hij beschreef hoe je persoonlijk betekenis geeft aan ervaringen en daarmee woorden toekent aan de weg die je loopt. Tasten in het duister, daar houden we nu eenmaal niet van.
Dat waarheid persoonlijk is, dreigt tegenwoordig door te slaan in fake news en de populistische tegencultuur.
We verlangen naar nieuwe collectieve waarden, en in Japan voel je die overal om je heen.

Ik ben tussen twee banen in en ik ga naar Japan.

17 uur later loop ik in Tokyo en betreed Rikugi-en, een park dat dateert uit de 17e eeuw, gevormd rond een grote vijver en ontworpen op 88 beschreven uitzichtpunten. Die staan op bordjes aangegeven. Ik ben dol op structuur.
Toch laat ik ze nu links leggen, ik kom voor de herfstkleuren.
Net als de kersenbloesem in het voorjaar zijn de herfstbladeren (koyo) een grote attractie voor Japanners. Groepen lopen achter hun camera door het park.

Kalenders en websites vertellen waar de kleuren wanneer op zijn mooist zijn.
In Rikugi-en zijn de eerste bomen in vuur en vlam.

Ik drink koffie in een theehuis naast de ingang. Een oude man met een groene jagershoed kijkt stil naar de vijver en de contouren van de bomen. Het is vreedzaam en vrij.

De schemer valt, het park sluit.
Ik ga met de metro terug naar de ryokan, die 1 halte verwijderd is van station Ikebubura waar ik die middag heb gedoold tussen de talloze in- en uitgangen.

Vanaf station Shiinamachi loop ik door smalle straten met moderne laagbouw naar Family Inn Saiko. Het voelt intiem en bijna thuis.

Bij vertrek zet de eigenaar je op de foto voor de voordeur. In de hal en op een dia-show op de IPad figureren vrolijke gezichten van gasten. Ik fotografeer hem op vrijdagmorgen ook. Hij is verrast.

Hij spreekt Japans-Engels. Dat betekent dat je elkaar goeddeels begrijpt zonder elk woord te vangen. Als hij naar de radio wijst en het woord ‘earthquake’ gebruikt, vraag ik:’now’? Hij knikt: ‘yeah, yeah’. Op Japanse newssites tref ik nieuws over de cheeseburger die Trump in Japan heeft verorberd bij Munch’s Burger Shack in Tokyo. Daar staan nu lange rijen.

Na flink zoeken inderdaad een bericht over een aardbeving 200 km ten noorden van Tokyo bij Fukushima waar de grote tsunami een aantal jaren geleden de kernreactor verwoestte. Het is een bescheiden beving kennelijk, andere sites zwijgen erover.

Vrijdag, 12.30 uur. Ik zijg neer in stoel 9E in de shinkansen Hakari 513 naar Shin-Osaka. Daar stap ik over op de shinkansen naar Kagoshima. Om 19.57 arriveer ik daar. Kagoshima ligt op het zuidelijke hoofdeiland Kyushu, met 13 miljoen inwoners en iets kleinere oppervlakte vergelijkbaar met Nederland.

In 7,5 uur reis ik zo 1463 km naar het zuiden. Dat is meer dan de afstand van Amsterdam naar Gerona in Spanje.
Shinkansen is de Japanse hogesnelheidstrein die al sinds de jaren 60 punctueel, en met service en betrouwbaarheid functioneert. We wachten in Nederland misschien nog eens 50 jaar voordat we daar van leren?
Tweederde van de rijtuigen heeft gereserveerde plaatsen. Voor eerdere treinen vandaag waren de reserveringen twee dagen geleden al volgeboekt.

Mensen praten zachtjes. Er wordt niet gebeld. De beenruimte is enorm, zelfs voor mij. Tasjes met proviand zijn ingeslagen op Tokyo Station, een mega-knooppunt van metro- en treinverbindingen. Er zijn tientallen winkels waar je vers eten kunt kopen. Fast food in Japan bestaat uit kant en klare maaltijden in handzame verpakkingen met salades, rijst, vis. Het aanbod is overvloedig. Ernaar kijken maakt al gelukkig.

Ik laat Tokyo achter me en kijk uit naar Kyushu.

6 gedachten over “Ondertussen in Japan november 2017 (I)”

  1. Mooie taal, mooie invalshoek (herfstkleuren). Ook als metafoor van een levensfase … ?
    Heerlijk om mee te reizen en mee te kijken. Prachtig de beschreven sereniteit ín de hectiek!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *