Ondertussen in Amsterdam,

13 december 2019,

Als men oud wordt

Als men oud wordt, Jozef Israëls, 1873

De tijd

Een kop koffie in het woonzorgcentrum. 2018.
Mijn schoonvader kijkt voor zich uit. Zoekt hij woorden?
Zijn ogen maken contact met de ruimte. Tussen ons in twee kopjes op een tafeltje.
Ik wacht. Ik weet, hij neemt de tijd.

Op zijn gezicht geen begin van een gesprek.
Geen frons die vooraf gaat aan een verzuchting. Geen glimlach die een anekdote aankondigt.
Hij kan meesterlijk zwijgen.

Ik volg zijn blik. De oude actrice zit gebogen over haar telefoon.
‘Hoe kan dat nou, ik begrijp er niets van’. Haar stem neemt de ruimte. Maar het apparaat luistert niet.
Een wolk van gemopper, die onmacht druppelt.

Ik sta op en zie dat datum en tijd een avond in 2012 aangeven. Een ander leven. Herinneren kan troosten. De telefoon probeert het, maar vergeefs.
Je kunt maar beter onder ogen zien hoe laat het is.

Ik zet de data in het nu. Ze kijkt op het display en herhaalt wat ze leest:
‘Is het 20 over 11? En vandaag 28 november?’
Als ik het bevestig, glundert ze.
‘Zo zie je maar, je moet een man om je heen hebben.’

Mijn schoonvader keert terug van de WC. Zal ik haar stoel bij hem aanschuiven? Ze pakt haar mobiel, belt een naaste en het moment is voorbij.
Ik hoor haar zuchten:
’Wat zal ik zeggen, ik ben ongelukkig’.
Ik kijk naar mijn schoonvader.
Zijn gezicht is windstil. Zwijgen is leven.

Ondertussen in Amsterdam, 28 november 2018

Voorgedragen bij de presentatie van het boek
‘Spiegel van de werkelijkheid, 19e-eeuwse schilderkunst in Nederland’ van dr. Jenny Reynaerts, senior conservator 19e eeuw van het Rijksmuseum,
13 december 2019 in het Rijksmuseum.


Een gedachte over “Ondertussen in Amsterdam,

13 december 2019,

Als men oud wordt”

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *