Ondertussen in Brooklyn

Tommy is onze doorman.
We logeren winter 2013 bij Joe, in zijn appartement in Willow Street, Brooklyn Heights, een eiland van bruine baksteen, statige straten, gespikkeld met 19e-eeuwse herenhuizen. Een paar straten verder open water, de promenade langs de East River en de skyline van Manhattan.
Amsterdam-Zuid in NYC.

Tommy, een massieve man, zestiger, een zacht gezicht, weet wie we zijn voordat we ons hebben voorgesteld.
“Friends of Joe, welcome madame, sir”.
Ik ben verbaasd, en gevlijd. Ten onrechte. Als kennis macht is, staat de huisbaas aan de deur die ons galant in zijn domicilie nodigt.

Dat is hij niet alleen omdat hij de geheimen kent van de 30 deuren op de bovengelegen etages.
Het helpt wel.
De nieuwe vriend van mrs. Smith, die de tweede keer al naar hem glimlacht  en Tommy vraagt  of hij zijn hond wil uitlaten.
De eenzame goudvis van de journalist, door Tommy verzorgd als baasje de stad uit is, happend naar gruis op het kleine wateroppervlak. als een pasgeboren vogeltje in een vochtig nest.
De dronkenschap van de operazangeres, die zingt, vloekt en tiert en wier vibrato met zachte hand door Tommy naar snikken en stilte wordt geleid.
De volgende dag neemt ze de bestelde croissantjes met een knikje aan,  nadat de herinnering met de alcohol uit haar geest is verdreven.
En wat zit er in die grijze pakketjes die wekelijks voor de toneelschrijver worden afgeleverd, de nachtvlinder die de ochtendkrant rond lunchtijd bij Tommy ophaalt en wiens oogleden even zwaar lijden onder de zwaartekracht als de halve manen in de huid daaronder?

De doorman is een reiziger. Wie de wereld kent, sluit en opent anderen de deur. Tommy is een zwarte man in een blanke bubble. Hij kent het zwijgen in weelde en spreekt de taal van armoede. Hij brengt je naar het ziekenhuis, en neemt je post in ontvangst. Hij legt een brug en graaft een sloot.
Als het moet in die volgorde.
Wie hem verstaat, hoort de verhalen. Small talk, gossip en ernst bij de lift.
Of voor de deur, met een sigaretje, met de neef van Joe. Smoke mates. De verre vriend is soms dichterbij dan de stille buur. Tommy weet dat de makelaar van drie hoog hem mijdt. Doormen weten teveel, zegt buurman. Hij loopt voorbij maar je passeert de doorman niet. Wie hem schuwt, gaat, zonder weersverwachting, toch door zijn deur naar buiten.

Ook deze buurman kan op dinsdag niet zonder Tommy. Voor 18 uur komt de ganse straat in beweging. Het parkeerverbod wijzigt wekelijks van de ene naar de andere zijde van de weg. Wacht je tot het 18e uur is geslagen, dan is je plaats vergaan. Auto’s manoeuvreren tussen tijdige plek en gevreesde bekeuring. De illegaliteit van half 6 maakt Tommy een half uur verklikker van de handhavers. Spot hij ze dan volgen waarschuwingen, verplaatsingen, en victory at 18 o clock.
De dans van Willow Street.

We gaan de stad in. Tommy gaat naar huis. Waar is thuis?
Als ik me koester aan het beeld van de fiere, arme man die op leeftijd, noodgedwongen arbeid verricht, vertelt Joe lachend dat Tommy een leven lang hard gewerkt en goed verdiend heeft.
Na pensionering zocht hij een ontspannen dagbesteding. Geen hobby’s, geen geraniums. Doorman!
Een praatje, interessante mensen, vrijheid.
Zijn spaargeld zit in twee appartements-gebouwen in Buschwick.

Doorman, het geheim van de huisbaas.

4 gedachten over “Ondertussen in Brooklyn”

  1. Eric, wat is het toch heerlijk om je blogs te lezen! Ik zie het voor me en voel je woorden. Prachtig! Groeten van Christien

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *