Ondertussen in Naoshima, 14 september

Motregen. We verlaten Hiroshima vroeg met de Shinkunsen van 8.06 naar Okayama. 160 km in 46 minuten. Een  spitsttrein die muisstil is. Meditatie voor aanvang van de werkdag, wat een balsem voor de geest zou dat in Nederland zijn.

Overstap in Okayama naar Chayamachi en vervolgens naar Uno. Daar vertrekt de veerboot naar Naoshima. We arriveren daar voor het middaguur.

Naoshima, eiland van kunst. Een filantroop bouwt in 1992 een museum en hotel, Benesse House, en brengt een eiland in neergang weer tot leven. Duizenden toeristen gingen ons voor.

Tadao Ando, de beroemdste van het toch al fameuze gilde van Japanse architecten, ontwerpt het museum/hotel. Glad beton en weelderige vormen. De hotelgasten hebben na sluitingstijd toegang tot de moderne kunst. Nauman, Long, Stella, Kounellis, de grote jongens. Zo dwalen we met een paar andere gelukkigen door dit intieme paleis van Ando.

32

Richard Long maakt patronen van gevonden hout of steen. Je kent hem ongetwijfeld Paul. Zijn 3 werken hier zijn op Naoshima gevonden, ontstaan en voor dit museum gemaakt.  Richard Long zag ik voor het eerst in het Guggenheim in New York op onze huwelijksreis in augustus/september 1991. Inderdaad, 25 jaar geleden!

33

Na het ontstaan van Benesse House gaat het verder met de liefde tussen kunst, natuur en architectuur.

Eind jaren 90 worden vervallen historische huizen in een van de dorpen geadopteerd. The Arthouse Project transformeert ze tot kleine musea en geeft de inwoners daarbij een stem. Waar ooit een tempel stond, tekent Ando een nieuw gebouw en creëert James Turrell daarin een installatie van licht. Turrell zien we ook terug in het Chichu Art Museum, een van de twee andere grote musea op Naoshima naast Benesse House die Ando ontwerpt. De blend van kunst, natuur en architectuur verspreidt zich naar andere eilanden in de archipel zoals Teshima en Inujima. Die bezoeken we misschien overmorgen.

Zo stappen we een wereld binnen waarin alles hoge cultuur is. Ga je naar buiten dan zie je kunst, verspreid in de openbare ruimte. Het hotel is kunst, alle attracties zijn kunst. En de ervaring wordt zorgvuldig georkestreerd. Voor het eerst ervaar ik de structuur hier als dwingend en benauwend.

In het bizarre en wonderschone Chichu Art Museum, een kilometer van Benesse House, is men duidelijk: voor deze zaal schoenen uit, sloffen aan, en nergens foto’s, ook niet van het museum zelf. Twee Japanners wordt fluisterend verzocht het stemgeluid te temperen. Ze knikken geschrokken.

Een overmaat aan personeel, in uniforme witte broekpakken als wachters van de tempel, dirigeert ons naar binnen, naar links, naar buiten. Ik krijg enorme aandrang de andere kant op te lopen. Als ik dat doe, word ik niet beloond want daar is niets te zien. Maar dat zelf te ontdekken, vergoedt het volledig. Ik word in 10 dagen geen Japanner…

Wilma schetst een ander perspectief:

door je te vragen sloffen aan te doen voor een 19e eeuwse schilder, kijk je anders. Je wordt op scherp gezet, bent alert, of ongemakkelijk. Inderdaad, de boodschap is luid en duidelijk: dit is bijzonder. Niet door het uit te schreeuwen, maar door je te laten buigen. Dat is nudging, sturen van gedrag en beleving, en omdat ik het waarneem, verzet ik me. Maar het werkt wel. Ook omdat de compositie van de ruimte en het binnenvallende licht sterk harmoniëren met de 5 Monets. De zaal is op die schilderijen gemaakt. Ze zullen deze waarschijnlijk nooit meer verlaten, realiseer ik me plots.

Ando heeft ook dit Chichu Art Museum ontworpen, goeddeels ondergronds, in zijn stijl van gladde betonnen elementen die strakke muren, gangen en drie- of vierhoekige ruimten vormen. In elke betonplaat de ronde uitsparingen ter grootte van een dopsleutel van – schat ik – 22 mm doorsnee.

34

Hij laat alleen daglicht toe in de ruimten die kunst tonen. Die zijn op maat voor deze kunst ontworpen.

Naast de kamer voor 5 waterlelies-werken van Monet, zijn dat een vierkant vertrek voor de hallucinerende installatie van James Turrell (je denkt een fluoriserend blauw doek te zien en het blijkt een kamer die je kunt binnen treden en die je drenkt in zacht gekleurd licht) en het sacrale theater van Walter de Maria met zijn pilaren van  bladgoud en de natuurstenen kogel 10XL.

35

Dit museum doet het dus niet met aantallen. Ik heb praktisch alle werken genoemd, het zijn er minder dan 10. Het is bijna leeg te noemen, ware het niet dat de dof glanzende betonnen panelen van Ando, de frisgroene natuur die doordringt in de binnenruimte en de heftige kunst een krachtig en rijk ensemble zijn.

Het derde museum van Ando is gewijd aan Lee Ufan. Zijn kunst kan me niet bekoren maar Ando’s ontwerp is herkenbaar en past goed bij het broertje en zusje. Eindelijk kunnen we foto’s maken tot we ook hier de ticketbox bereiken en de grens van strengheid passeren. Wat doe je met regels die je onzinnig vindt? Daar zijn Hollandse oplossingen voor. Ook daar confronteert Japan ons met de cultuur van thuis. De rust van een diepe buiging tegenover de spanning van vrij willen zijn. Het zou me niet verbazen als ze hier zeggen: vrij denken te zijn.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *